Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik zal hen voorzeker [19]wegrap[21]en, spreekt de HEERE; er zijn geen druiven aan den wijnstok, en geen vijgen aan den vijgeboom, ja, het blad is afgevallen; en [22][de geboden, die] Ik hun gegeven heb, die overtreden zij. 19. Van het Hebreeuwse woord, zie Ps.26:9. Hebreeuws, verzamelende zal Ik hen verzamelen. Anders: verteren. 20. Dit kan men alzo verstaan, dat zij gans geen goede werken voortbrachten, ja zelfs geen schijn van die hadden; vergelijk Jes.5:, en Matth.21:19; of, men kan het met anderen nemen voor de toekomstige algemene verwoesting des lands, of dat het tot een voorteken van die tegenwoordiglijk bereids alzo met de landvruchten gesteld was, en wat er nog moet overig zijn, dat de vijand voorts alle zou wegnemen. 21. Of, want. 22. Anderen: en [de dingen], die Ik hun gegeven heb; [te weten landvruchten en andere gaven] zullen van hen wijken, of voorbijgaan, of, Ik had ze hun wel gegeven, [maar] zij zullen van hen wijken.